Uitspraak
15.2781 WIA
)en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van (rente)schade
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de appellant, na een ziekmelding wegens rug- en heupklachten, geen recht op een WIA-uitkering werd toegekend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 november 2018 uitspraak gedaan. De appellant had zich ziek gemeld en later een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het Uwv stelde vast dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de beperkingen van de appellant zorgvuldig in kaart waren gebracht. In hoger beroep voerde de appellant aan dat er sprake was van een depressie en fibromyalgie, en dat de beperkingen niet correct waren vastgesteld. De deskundige, die door de Raad was ingeschakeld, concludeerde dat de appellant in staat was de geselecteerde functies te vervullen, en dat de eerdere oordelen van het Uwv en de rechtbank juist waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af.