ECLI:NL:CRVB:2018:3708
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor de kosten van een wasmachine op grond van de Participatiewet
In deze zaak gaat het om de afwijzing van de aanvraag van appellant om bijzondere bijstand voor de kosten van de aanschaf van een wasmachine, zoals neergelegd in een besluit van het college van 13 april 2017. Dit besluit werd na bezwaar gehandhaafd bij een besluit van 14 augustus 2017. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep tegen dit bestreden besluit ongegrond in haar uitspraak van 28 december 2017. Appellant, die een verstandelijke handicap heeft en onder curatele staat, heeft aangevoerd dat hij niet in staat was om voor deze kosten te reserveren en dat gespreide betaling ook geen optie voor hem is. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat uit de overgelegde gegevens niet blijkt dat appellant niet, zelfs niet met begeleiding, voor de kosten van de wasmachine heeft kunnen reserveren. De Raad benadrukt dat de kosten van de wasmachine tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren en dat deze in beginsel uit het inkomen moeten worden bestreden. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.