ECLI:NL:CRVB:2018:3616

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
15 november 2018
Zaaknummer
17/1630 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van langdurigheidstoeslag en bijzondere omstandigheden

Op 30 oktober 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de aanvraag van appellant voor een individuele inkomenstoeslag over de jaren 2015 en 2016, die op 22 februari 2016 was ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht had de aanvraag goedgekeurd met ingang van de aanvraagdatum, maar had het verzoek om toekenning vanaf 1 januari 2015 afgewezen. De reden hiervoor was dat er geen bijzondere omstandigheden waren die terugwerkende kracht rechtvaardigden.

In hoger beroep stelde appellant dat hij niet op de hoogte was van de verkorting van de referteperiode bij de invoering van de individuele inkomenstoeslag naar 36 maanden en dat de gemeente hem hierover actief had moeten informeren. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat deze beroepsgrond niet slaagde. Volgens vaste rechtspraak leidt onbekendheid met wet- of regelgeving of gebrek aan voorlichting van het college niet tot een bijzondere omstandigheid die afwijking van het uitgangspunt rechtvaardigt dat geen bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend.

De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de gemeenteraad de gewijzigde referteperiode had vastgelegd in de Verordening individuele studie- en inkomenstoeslag. Appellant was bovendien al eerder geïnformeerd over de veranderingen in de langdurigheidstoeslag. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten en dat de beslissing openbaar werd uitgesproken.

Uitspraak

17.1630 PW-PV

Datum uitspraak: 30 oktober 2018
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 30 januari 2017, 16/4883 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht (college)
Zitting heeft: W.H. Bel, lid van de enkelvoudige kamer.
Griffier: C.A.E. Bon
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2018. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. C.W.F. Jansen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door J.W. Wieringa.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
1. Appellant heeft op 22 februari 2016 een aanvraag om individuele inkomenstoeslag over de jaren 2015 en 2016 ingediend. Bij besluit van 9 maart 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 20 juni 2016, heeft het college de aanvraag toegekend met ingang van 22 februari 2016. Het verzoek om toekenning vanaf 1 januari 2015 heeft het college afgewezen, omdat geen sprake is van bijzondere omstandigheden die terugwerkende kracht rechtvaardigen.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van
20 juni 2016 ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat wel sprake is van een bijzondere omstandigheid, omdat hij niet bekend was met de verkorting van de referteperiode bij de invoering van de individuele inkomenstoeslag naar 36 maanden. De gemeente had hem hierover actief moeten informeren.
4. Deze beroepsgrond slaagt niet. Volgens vaste rechtspraak (uitspraak van 25 november 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BG5504) leidt onbekendheid met wet- of regelgeving of gebrek aan voorlichting van de zijde van het college niet tot een bijzondere omstandigheid die afwijking rechtvaardigt van het uitgangspunt dat geen bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend. De gemeenteraad heeft de gewijzigde referteperiode vastgelegd in de Verordening individuele studie- en inkomenstoeslag [woonplaats] 2015, gepubliceerd in het Gemeenteblad van 29 december 2014. Bovendien heeft het college appellant al bij brief van 27 november 2014 geïnformeerd dat de langdurigheidstoeslag per 1 januari 2015 wordt vervangen door de individuele inkomenstoeslag. Daarbij heeft het college voor meer informatie verwezen naar de gemeentelijke website en de mogelijkheid genoemd telefonisch contact op te nemen met de gemeente.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) C.A.E. Bon (getekend) W.H. Bel
md