ECLI:NL:CRVB:2018:3578
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening door schending inlichtingenverplichting
Op 6 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De zaak betreft een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 21 december 2017 het beroep van appellant ongegrond verklaarde. Appellant had op 15 september 2016 een aanvraag ingediend voor bijstand op basis van de Participatiewet (PW), maar deze aanvraag werd op 29 december 2016 afgewezen. Het college stelde dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door geen relevante financiële gegevens, zoals bankafschriften en loongegevens, te overleggen. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld.
De rechtbank oordeelde dat appellant onvoldoende duidelijkheid had verschaft over zijn financiële situatie en dat hij geen informatie had verstrekt over zijn werkzaamheden voor meerdere werkgevers. In hoger beroep betwistte appellant de relevantie van de gevraagde gegevens, maar de Raad oordeelde dat appellant had moeten begrijpen dat deze gegevens van invloed konden zijn op zijn recht op bijstand. Aangezien appellant de gevraagde informatie niet had overgelegd, concludeerde de Raad dat hij zijn inlichtingenverplichting had geschonden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college de aanvraag terecht had afgewezen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door J.J.A. Kooijman, in aanwezigheid van griffier L.V. van Donk.