ECLI:NL:CRVB:2018:3491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op uitkering op grond van de Ziektewet na beoordeling door deskundige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem per 24 oktober 2014 geen recht meer op uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toekende. Appellant, die eerder ziek was gemeld, had een uitkering ontvangen, maar na een bezoek aan een verzekeringsarts werd geconcludeerd dat hij weer in staat was om te werken. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door het Uwv ongegrond werd verklaard. De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellant tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij ten tijde van de beslissing leed aan een Posttraumatische stressstoornis en dat zijn psychische problemen invloed hadden op zijn fysieke gesteldheid. De deskundige, prof. dr. J.J. van Os, heeft in een rapport vastgesteld dat appellant beperkt is in zijn functioneren, maar heeft zich niet expliciet uitgelaten over zijn geschiktheid om te werken op de datum in geding. De Centrale Raad van Beroep heeft het deskundigenrapport als zorgvuldig en consistent beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv ten onrechte heeft geoordeeld dat appellant per 24 oktober 2014 geen recht meer had op uitkering.
De Raad heeft het hoger beroep van appellant gegrond verklaard, het eerdere besluit van het Uwv vernietigd en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant. De uitspraak is gedaan op 7 november 2018.