Uitspraak
18.3645 WSF
20 maart 2018, 17/3732 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had het beroep van appellant niet ontvankelijk verklaard omdat het na de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Appellant had het bestreden besluit op 25 oktober 2017 ingesteld, maar had geen geldige redenen opgegeven voor de termijnoverschrijding. In hoger beroep stelde appellant dat zijn recht op verdediging was geschaad doordat de rechtbank zijn verzoek om uitstel van de behandeling had afgewezen en dat de zaak ten onrechte niet inhoudelijk was behandeld. De Raad oordeelde dat de afwijzing van het uitstelverzoek geen schending van het recht op verdediging betekende, aangezien appellant voldoende tijd had om zich voor te bereiden en niet was verschenen op de zitting. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ook niet door het feit dat appellant eerst advies had ingewonnen bij de Nationale Ombudsman. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.