ECLI:NL:CRVB:2018:3407
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- R.L. Rijnen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, die als koerier werkte, had zich op 4 december 2013 ziek gemeld met whiplashklachten. Na een beoordeling door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd vastgesteld dat zij met ingang van 4 juli 2015 geen recht meer had op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kon verdienen. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat haar beperkingen voor het verrichten van arbeid waren onderschat.
De Raad heeft een deskundige benoemd om de medische situatie van appellante te beoordelen. De deskundige concludeerde dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 19 mei 2015 een juist beeld gaf van de beperkingen van appellante. De deskundige oordeelde dat appellante in staat was om 40 uur per week passende arbeid te verrichten en dat er geen reden was om aan te nemen dat haar klachten meer beperkingen met zich meebrachten dan door het Uwv was vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de deskundige gevolgd en geconcludeerd dat appellante in staat was de werkzaamheden te verrichten die verbonden waren aan de door het Uwv geselecteerde voorbeeldfuncties. Het hoger beroep van appellante is afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.