ECLI:NL:CRVB:2018:3355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor eigen werk na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot haar arbeidsongeschiktheid. Appellante, die sinds 10 augustus 2010 door diverse lichamelijke klachten niet meer kan werken als transportbegeleider, heeft een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv heeft vastgesteld dat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% bedraagt, wat appellante betwist. De rechtbank Noord-Holland heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat het Uwv onvoldoende aandacht heeft besteed aan het verband tussen haar vitamine B12-tekort en haar klachten. De Raad heeft een onafhankelijke deskundige benoemd die concludeerde dat er geen reden is voor meer beperkingen dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) is opgenomen. De deskundige heeft alle relevante medische informatie in haar beoordeling betrokken en heeft gemotiveerd waarom appellante geschikt is voor haar eigen werk. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.