ECLI:NL:CRVB:2018:328
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde maatregel bijstand wegens ziekmelding tijdens re-integratietraject
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt, waarbij de bijstand van appellant werd verlaagd met 100% voor de periode van 1 tot en met 31 mei 2015. Appellant had zich op 30 maart 2015 ziek gemeld voor een re-integratietraject bij het Trainings- en Diagnose Centrum (TDC) vanwege griepklachten. Het college stelde echter dat appellant zich ten onrechte ziek had gemeld, omdat hij op diezelfde dag met vrienden naar een tankstation was gereden. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar in hoger beroep betoogde appellant dat hij niet in staat was om deel te nemen aan het traject en dat het college niet had aangetoond dat hij zich ten onrechte ziek had gemeld.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college niet aan zijn bewijslast had voldaan. De Raad benadrukte dat het aan het college was om aan te tonen dat appellant zich ten onrechte ziek had gemeld. De enkele omstandigheid dat appellant op die dag met vrienden in de auto zat, was onvoldoende bewijs voor de conclusie dat hij niet ziek was. Bovendien was er geen verzuimcontrole uitgevoerd en had het college appellant niet gevraagd om een medische verklaring. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellant gegrond. Het besluit van het college werd herroepen, en het college werd veroordeeld in de proceskosten van appellant.