ECLI:NL:CRVB:2018:3254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens gebrek aan inzicht in financiële middelen na hennepkwekerij
Op 23 oktober 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. De zaak betreft een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn bijstandsaanvraag ongegrond verklaarde. Appellant had bijstandsverlening aangevraagd na de intrekking van zijn bijstand op grond van de Participatiewet, omdat hij geen inzicht had gegeven in de financiële middelen die hij had verworven uit de exploitatie van een hennepkwekerij in zijn woning.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant vanaf 9 november 2012 bijstand ontving, maar dat deze bijstand op 15 juli 2015 was ingetrokken omdat hij de inlichtingenverplichting had geschonden. Na zijn aanvraag om bijstand op 18 januari 2016, heeft het college deze afgewezen, omdat appellant geen inzicht had verschaft in zijn inkomsten en vermogen. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd, en appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat hij wel degelijk inzicht heeft verschaft in zijn financiële situatie, maar de Raad oordeelde dat hij dit niet met objectieve en verifieerbare gegevens had onderbouwd. De enkele stelling dat hij slechts € 980,- had verdiend met de hennepteelt was onvoldoende. De Raad concludeerde dat appellant niet aan zijn wettelijke inlichtingenverplichting had voldaan, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.