Uitspraak
15.7063 ZW-T
OVERWEGINGEN
BESLISSING
in het besluit van 2 februari 2015 te herstellen met inachtneming van hetgeen de Raad heeft
overwogen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv. Appellante, die als distributiemedewerker werkte, had zich op 1 november 2013 ziek gemeld met psychische klachten. Het Uwv had vastgesteld dat zij met ingang van 31 oktober 2014 geen recht meer had op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kon verdienen. Appellante was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft vastgesteld dat het onderzoek naar de beperkingen van appellante niet volledig was en heeft een deskundige, dr. E. van Duijn, benoemd om de psychische klachten van appellante te beoordelen. In zijn rapport concludeerde Van Duijn dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) niet op alle punten correct was ingevuld en dat er rekening gehouden moest worden met specifieke voorwaarden voor het functioneren in arbeid. De Raad heeft het Uwv opgedragen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en een nieuw rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in te dienen.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van psychische klachten en de rol van deskundigen in het proces. De Raad volgt doorgaans het oordeel van onafhankelijke deskundigen, mits deze goed gemotiveerd zijn. De beslissing van de Raad houdt in dat het Uwv binnen zes weken het besluit moet herstellen, rekening houdend met de overwegingen van de Raad.