ECLI:NL:CRVB:2018:3158
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke bijstandszaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding. Appellant had tot 1 december 2016 op een bepaald adres ingeschreven gestaan, maar heeft zich daarna op een nieuw adres laten inschrijven. Het college heeft het besluit op bezwaar, waarin de bezwaren van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvragen om bijstand zijn ongegrond verklaard, verzonden naar het oude adres. Appellant stelt dat het college niet op de juiste wijze heeft bekendgemaakt, omdat het besluit naar het oude adres is verzonden, terwijl het college op de hoogte had moeten zijn van zijn verhuizing. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet heeft voldaan aan zijn verplichting om het college van zijn adreswijziging op de hoogte te stellen. Het college heeft het besluit op de juiste wijze bekendgemaakt door het naar het laatst bekende adres te verzenden. Het hoger beroep van appellant wordt dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.