Uitspraak
17.3045 PW-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de afwijzing van de aanvraag van appellant om bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand. De aanvraag is afgewezen op de grond dat appellant voldoende eigen draagkracht heeft. Na bezwaar heeft het college de aanvraag afgewezen op de grond dat de aanvraag te laat is ingediend, namelijk drie maanden nadat de kosten zijn gemaakt. De kosten zijn ontstaan op 8 september 2015 en de aanvraag is pas ingediend op 5 december 2015 en door het college ontvangen op 10 december 2015.
Appellant voert in hoger beroep aan dat hij erop mocht vertrouwen dat de aanvraag in behandeling zou worden genomen, nadat hij van het college een ontvangstbevestiging had ontvangen en het college hem om nadere financiële gegevens had gevraagd. De aanvraag is door het college in behandeling genomen. Daarop heeft het college afwijzend beslist. Die afwijzing heeft het college in bezwaar, om een andere reden, gehandhaafd. In bezwaar moet het college tot een volledige heroverweging overgaan en mag het college de aanvraag afwijzen op een andere grondslag. Dat het college daarover van tevoren niet met appellant heeft gesproken, maakt niet dat het bestreden besluit onrechtmatig is.
Appellant is door de wijziging van de grondslag van het besluit niet in een slechtere positie gekomen, zoals hij stelt. De afwijzing van de aanvraag bleef ook na bezwaar een afwijzing. De door appellant aangevoerde gronden slagen niet. De aangevallen uitspraak zal daarom worden bevestigd. Dit betekent dat er geen grondslag is om het college te veroordelen tot het vergoeden van schade. Het verzoek daartoe zal worden afgewezen.