Uitspraak
OVERWEGINGEN
23 februari 2015 dat heeft geleid tot de uitspraak van de Raad van 9 december 2016. Om die reden is geen sprake van een nieuw feit in de zin van artikel 8:119 van de Awb. De brief van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 9 december 2016. Verzoekster had verzocht om herziening van de uitspraak waarbij haar WIA-uitkering was beëindigd. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven voor herziening volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoekster stelde dat haar post mogelijk was gestolen, waardoor belangrijke medische informatie niet bij de Raad was aangekomen. Het Uwv betwistte dit en stelde dat de medische feiten die in de mogelijk gestolen post waren beschreven, niet onbekend waren voor verzoekster en dat deze niet tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad concludeerde dat de argumenten van verzoekster niet voldeden aan de criteria voor herziening en wees het verzoek af. De uitspraak benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak zonder nieuwe feiten of omstandigheden.