ECLI:NL:CRVB:2018:3133

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
17/3007 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag om bijstand voor dak- en thuisloze op basis van inlichtingenverplichting

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2017. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijstand naar de norm voor dak- en thuislozen. De appellant, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is, had zijn aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen omdat hij zijn inlichtingenverplichting zou hebben geschonden. Dit betekende dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.

De appellant had meerdere adressen opgegeven, waaronder het adres van een persoon genaamd [naam K]. Tijdens een controle op 19 mei 2016 verklaarde deze persoon dat de appellant daar nooit had geslapen. Deze verklaring werd later telefonisch bevestigd door [naam K]. Echter, op 7 oktober 2016 kwam [naam K] terug op deze verklaring en stelde dat de appellant in de nacht van 20 op 21 maart 2016 bij hem had geslapen. In hoger beroep voerde de appellant aan dat de rechtbank deze latere verklaring ten onrechte niet de betekenis had gegeven die hij daaraan hechtte.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de beroepsgrond van de appellant niet slaagde. De Raad stelde dat volgens vaste rechtspraak in het algemeen van de juistheid van een ondertekende verklaring, afgelegd tegenover een handhavingsspecialist, mag worden uitgegaan. Een latere intrekking of ontkenning van die verklaring heeft in dit geval weinig betekenis. De Raad vond geen aanleiding om van deze lijn af te wijken, en bevestigde daarom de aangevallen uitspraak van de rechtbank.

Uitspraak

17.3007 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2017, 16/6923 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant], zonder vaste woon- of verblijfplaats (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
Datum uitspraak: 2 oktober 2018
Zitting heeft: P.W. van Straalen
Griffier: C.A.E. Bon
Appellant is niet ter zitting verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. A.A. Brouwer.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Het gaat in deze zaak om de afwijzing van een aanvraag om bijstand naar de norm voor een dak- en thuisloze. De grondslag voor de afwijzing is dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden, als gevolg waarvan het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Appellant heeft bij het college meerdere adressen opgegeven, waaronder het adres van [naam K] (K), waar hij gemiddeld één keer per week zou verblijven. Toen het adres van K op 19 mei 2016 door twee handhavingsspecialisten werd bezocht, verklaarde mevrouw [naam K] dat appellant daar nog nooit heeft geslapen. Op 27 mei 2016 werd dit door K telefonisch tegenover een handhavingsspecialist bevestigd. K is later van die verklaring teruggekomen, in die zin dat hij op 7 oktober 2016 schriftelijk heeft verklaard dat appellant in de nacht van 20 op 21 maart 2016 bij hem heeft geslapen.
In hoger beroep voert appellant aan dat de rechtbank aan de brief van 7 oktober 2016 ten onrechte niet de betekenis toekent die appellant daaraan toedicht.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Volgens vaste rechtspraak mag in het algemeen van de juistheid van een tegenover een handhavingsspecialist afgelegde en ondertekende verklaring worden uitgegaan. Een latere intrekking of ontkenning van die verklaring heeft weinig betekenis. Geen aanleiding bestaat hiervan in dit geval af te wijken. Daarvoor zijn geen aanknopingspunten aanwezig.
Omdat de beroepsgrond niet slaagt, zal de aangevallen uitspraak worden bevestigd.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) C.A.E. Bon (getekend) P.W. van Straalen

MD