ECLI:NL:CRVB:2018:3073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens onvoldoende duidelijkheid over geldtransacties
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 februari 2017. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van appellante over de maand juli 2009 en de terugvordering van de gemaakte kosten van bijstand over diezelfde maand. Appellante heeft de aangevallen uitspraak aangevochten, maar de Raad oordeelt dat de gronden die zij in hoger beroep heeft aangevoerd een herhaling zijn van wat zij eerder in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank heeft gemotiveerd op deze gronden ingegaan en appellante heeft geen nieuwe redenen aangedragen die de gemotiveerde weerlegging van de rechtbank onjuist of onvolledig maken. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en voegt daaraan toe dat de in artikel 17 van de Participatiewet neergelegde inlichtingenverplichting een objectief geformuleerde verplichting is, waarbij verwijtbaarheid geen rol speelt. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.