ECLI:NL:CRVB:2018:3005
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht
Op 2 oktober 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/3564 PW-VV. Verzoeker heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, ingevolge artikel 8:82 van de Awb, van de verzoeker een griffierecht wordt geheven. Verzoeker is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om dit griffierecht van 126 euro te betalen binnen de gestelde termijnen. Ondanks deze waarschuwingen heeft verzoeker het griffierecht niet voldaan. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, conform artikel 8:83, derde lid, van de Awb. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.