ECLI:NL:CRVB:2018:3001
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bijstandsverlening en verplichtingen voor zelfstandige werkzaamheden in het kader van de Participatiewet
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de bijstandsverlening aan appellant, die sinds 28 augustus 2013 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW) en daarnaast als fotojournalist werkzaam was. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had appellant verplichtingen opgelegd met betrekking tot zijn onderneming, waaronder het indienen van een overzicht van inkomsten en kosten. Appellant betwistte dat de kosten voor reizen naar het buitenland niet in mindering mochten worden gebracht op zijn bijstandsinkomen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de kosten voor buitenlandse reizen niet in aanmerking konden worden genomen bij de berekening van de bijstand, omdat deze kosten niet onder de toegestane verwervingskosten vallen volgens het beleid van het college. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad stelde vast dat het college het beleid consistent had toegepast en dat de inhoud van het beleid niet ter toetsing stond. De beroepsgrond van appellant dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld over de kosten van buitenlandse reizen werd verworpen, en het hoger beroep werd afgewezen.