ECLI:NL:CRVB:2018:2979
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- B.J. van de Griend
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bevordering en functie toewijzing binnen de Koninklijke Landmacht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, die in dienst is bij de Koninklijke Landmacht, tegen een besluit van de staatssecretaris van Defensie. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de toewijzing van haar functie en de afwijzing van haar verzoek om bevordering. De staatssecretaris heeft in zijn besluit aangegeven dat appellante niet voldoet aan de vereisten voor bevordering, omdat zij niet de hoedanigheid van specialist heeft en niet de vereiste twee functies op het niveau van rang 2 heeft vervuld. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris heeft onderschreven. De Raad voor de Rechtspraak bevestigt deze uitspraak, waarbij wordt opgemerkt dat de staatssecretaris de belangen van de organisatie zwaarder heeft laten wegen dan de persoonlijke belangen van appellante. De Raad concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten om appellante niet de door haar geambieerde functie toe te wijzen, gezien de beperkte bevorderingsruimte en de noodzaak om andere militairen niet langer te laten wachten op hun bevordering. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.