ECLI:NL:CRVB:2018:2862

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 september 2018
Publicatiedatum
20 september 2018
Zaaknummer
17/3807 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens inkomen boven de norm zonder bijzondere omstandigheden

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een afwijzing van een aanvraag om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. Appellante had zich op 16 augustus 2016 gemeld voor bijstandsverlening en diende op 7 september 2016 een aanvraag in. Het college heeft deze aanvraag op 13 oktober 2016 afgewezen, en dit besluit werd later gehandhaafd op 20 december 2016. De reden voor de afwijzing was dat appellante inkomsten had die boven de voor haar geldende bijstandsnorm lagen.

Tijdens de zitting heeft appellante aangevoerd dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar bijzondere omstandigheden. Echter, zij heeft niet gespecificeerd welke bijzondere omstandigheden dit zijn en heeft haar stelling niet onderbouwd, zelfs niet na de aankondiging in de aanvullende gronden van het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat appellante niet in aanmerking kwam voor bijstand, gezien de vastgestelde inkomsten boven de norm. De beroepsgrond van appellante werd verworpen, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen dat de feiten en omstandigheden van de zaak niet voldoende aanleiding gaven om van de norm af te wijken. De griffier van de zitting was Y. Itkal, en de voorzitter was P.W. van Straalen.

Uitspraak

17.3807 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 29 maart 2017, 17/391 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven (college)
Datum uitspraak: 11 september 2018
Zitting heeft: P.W. van Straalen
Griffier: Y. Itkal
Ter zitting zijn verschenen: drs. N.M.H.A. van Hittum, gemachtigde van verweerder

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Appellante heeft zich op 16 augustus 2016 gemeld bij het college voor het doen van een aanvraag om bijstand. Op 7 september 2016 heeft zij deze aanvraag ingediend. Bij besluit van 13 oktober 2016, gehandhaafd bij besluit van 20 december 2016, heeft het college de aanvraag afgewezen. Aan de besluitvorming ligt ten grondslag dat appellante inkomsten had boven de voor haar geldende bijstandsnorm.
Niet in geschil is dat appellante in de te beoordelen periode inkomsten had boven de norm. De rechtbank heeft in zoverre terecht geoordeeld dat appellante niet in aanmerking kwam voor bijstand. Appellante heeft aangevoerd dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar bijzondere omstandigheden. Zij heeft echter niet gesteld wat die bijzondere omstandigheden dan zijn. Zij heeft haar stelling ook niet onderbouwd nadat dit in de aanvullende gronden van het hoger beroep was aangekondigd. De beroepsgrond slaagt alleen al daarom niet. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) Y. Itkal (getekend) P.W. van Straalen
JvC