ECLI:NL:CRVB:2018:2832
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewetuitkering en geschiktheid voor de functie machinebediende inpak/verpakkingsmachine
Op 6 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de beëindiging van de Ziektewet (ZW) uitkering van appellante per 1 maart 2015. De verzekeringsartsen concludeerden dat appellante niet geschikt was voor haar eigen werk, maar dat zij wel in staat was om de functie van machinebediende inpak/verpakkingsmachine te vervullen. Appellante betwistte niet de medische beoordeling, maar stelde dat haar medicijngebruik een risico met zich meebracht voor de geschiktheid van de functie. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de functie veilig kon worden uitgevoerd, ondanks het medicijngebruik van appellante, en deze overwegingen werden door de Raad onderschreven. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond, waarbij werd vastgesteld dat de ZW-uitkering terecht was ingetrokken. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.