ECLI:NL:CRVB:2018:2810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- S.A. de Graaff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar bijstand na intrekking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Purmerend ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, maar heeft in 2008 niet gemeld dat hij terug was van een verblijf in het buitenland. Hierdoor heeft het college zijn recht op bijstand opgeschort en later ingetrokken. Appellant heeft pas in 2016 bezwaar gemaakt tegen de intrekking van de bijstand, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het college het besluit niet op de juiste wijze heeft bekendgemaakt, omdat het naar zijn laatst bekende adres is gestuurd, terwijl hij zich uit de gemeentelijke basisadministratie had uitgeschreven. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat het college aan zijn bekendmakingsverplichting heeft voldaan door het besluit naar het laatst bekende adres te sturen. Appellant heeft niet kunnen aantonen dat hij zich daadwerkelijk had uitgeschreven en dat het college op de hoogte was van zijn verblijfplaats in het buitenland. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.