ECLI:NL:CRVB:2018:2796
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor zelfstandige activiteiten met behoud van bijstand en de beoordeling van marginaal zelfstandige status
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, heeft een eenmansbedrijf genaamd WUAcademy. Hij heeft op een vragenlijst aangegeven 45 uur per week aan zijn bedrijf te besteden. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft hem echter geen toestemming verleend om met behoud van bijstand zelfstandige activiteiten te verrichten, omdat hij niet als marginaal zelfstandige kan worden aangemerkt volgens de Beleidsregels marginale zelfstandigen 2015.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat hij zich heeft vergist bij het invullen van de vragenlijst door een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant voldoende inzicht heeft getoond in zijn situatie en dat zijn antwoorden op de vragenlijst consistent zijn. De Raad concludeert dat de appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor het zijn van een marginaal zelfstandige, omdat hij meer dan 1.225 uur per jaar aan zijn bedrijf besteedt.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.