ECLI:NL:CRVB:2018:275
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- M. Kraefft
- H. Lagas
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake indeling en ontslagleeftijd van beroepsmilitair bij defensie
In deze zaak heeft appellant, een beroepsmilitair, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellant verzocht in 2015 om over te stappen van het [commando A] naar het [Commando B]. De Commandant luchtstrijdkrachten heeft dit verzoek positief beoordeeld en appellant een nieuwe functie toegewezen. Echter, appellant betwistte dat hij daadwerkelijk was ingedeeld bij het [Commando B] en voerde aan dat hij niet had ingestemd met deze indeling. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarop hij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellant feitelijk bij het [Commando B] is gaan werken, ondanks dat de indeling niet expliciet in het besluit was opgenomen. De Raad oordeelde dat de indeling bij het [Commando B] niet afhankelijk is van een wijziging van de aanstellingsbeschikking, en dat appellant niet kan stellen dat hij niet is ingedeeld bij het [Commando B].
Daarnaast werd het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door de bevoegde autoriteit die appellant gerechtvaardigde verwachtingen hebben gewekt. De Raad concludeerde dat het hoger beroep geen doel treft en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 25 januari 2018.