Uitspraak
17.3894 AW, 17/3895 AW
.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om herziening van de uitspraak van 4 september 2014 af;
- verklaart het verzoek om herziening van de uitspraken van 23 juli 2015 en 9 maart 2017 niet-ontvankelijk.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker, die eerder eervol ontslag heeft gekregen en gebruik heeft gemaakt van de VUT-regeling, verzocht om herziening van eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aanleiding geven tot herziening van de eerdere uitspraken. De verzoeken om herziening zijn gedaan naar aanleiding van uitspraken van de rechtbank Limburg en eerdere uitspraken van de Raad zelf. De Raad heeft geoordeeld dat de gronden van het verzoek grotendeels herhalingen zijn van eerder aangevoerde argumenten en dat de ingediende stukken dateren van vóór de eerdere uitspraken, waardoor deze niet als nieuw kunnen worden beschouwd. De Raad heeft ook benadrukt dat het verzoek om herziening van eerdere uitspraken als zinloos wordt beschouwd, indien deze al eerder zijn behandeld. De Raad heeft het verzoek om herziening van de uitspraak van 4 september 2014 afgewezen en het verzoek om herziening van de uitspraken van 23 juli 2015 en 9 maart 2017 niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.