ECLI:NL:CRVB:2018:2714
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling aanvraag bijstandsverlening wegens niet tijdig overleggen van gevraagde gegevens
Op 4 september 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet door appellant, die zich op 1 december 2015 had gemeld. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven had appellant verzocht om verschillende gegevens, waaronder bankafschriften en een ingevuld inlichtingenformulier, te overleggen. Appellant heeft de aanvraag op 25 januari 2016 ingediend, maar het college heeft geconstateerd dat de aanvraag niet compleet was en heeft appellant de kans gegeven om de aanvraag aan te vullen. Ondanks herhaalde verzoeken om de ontbrekende gegevens te verstrekken, heeft appellant niet tijdig de gevraagde informatie aangeleverd.
Het college heeft vervolgens de aanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat appellant niet de benodigde gegevens had verstrekt. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij alle gevraagde gegevens tijdig heeft overgelegd en dat het college ten onrechte zijn aanvraag buiten behandeling heeft gesteld. De Raad heeft echter vastgesteld dat appellant niet alle gevraagde gegevens vóór de gestelde termijn heeft ingediend en dat het college terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.