ECLI:NL:CRVB:2018:2710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen maatregel van 100% verlaging van bijstand wegens niet voldoen aan sollicitatieplicht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ongegrond heeft verklaard. Het college had de bijstand van appellanten met 100% verlaagd voor de duur van één maand, omdat appellant niet had voldaan aan de verplichting om sollicitatiebewijzen en een aangepast curriculum vitae in te leveren. Appellanten ontvingen bijstand op basis van de Participatiewet en waren verplicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat appellant op een uitnodiging voor een gesprek is verschenen, maar de gevraagde stukken niet heeft ingeleverd. Het college heeft vervolgens de bijstand ingetrokken en een maatregel opgelegd, omdat appellant niet aan zijn verplichtingen voldeed. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college appellante niet voorafgaand aan de maatregel hoefde te horen en dat de opgelegde maatregel rechtmatig was. In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat het college hen niet de kans heeft gegeven om te solliciteren en dat een waarschuwing voldoende had moeten zijn. De Raad heeft deze gronden van appellanten niet gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad concludeert dat appellanten voldoende gelegenheid hebben gehad om de gevraagde stukken in te dienen en dat de maatregel geen punitief karakter heeft, maar een reparatoir karakter.