ECLI:NL:CRVB:2018:2708
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van de Participatiewet wegens niet aantreffen op opgegeven verblijfslocaties
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die zich had aangemeld voor bijstand op grond van de Participatiewet, had aangegeven dakloos te zijn en drie verblijfslocaties in Amsterdam opgegeven. Echter, tijdens een onderzoek door handhavingsspecialisten van de gemeente Amsterdam is appellant niet aangetroffen op de opgegeven adressen. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft daarop de aanvraag voor bijstand afgewezen en het verstrekte voorschot teruggevorderd, omdat appellant onvolledige inlichtingen had verstrekt over zijn verblijfsituatie.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze besluiten ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat hij wel degelijk op de opgegeven locaties aanwezig was, maar de Raad heeft geoordeeld dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op de desbetreffende data op de opgegeven verblijfslocaties was. De Raad heeft vastgesteld dat de handhavingsspecialisten zorgvuldig onderzoek hebben verricht en dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van volledige en controleerbare informatie door aanvragers van bijstand, vooral in situaties van dakloosheid.