Uitspraak
16.5954 ZW
OVERWEGINGEN
.Hij wijst erop dat in de beschikbare medische gegevens van voor en na 2009 geen melding is gemaakt van een diagnose ADHD, dat er geen aanwijzingen zijn dat appellante sedert 2009 is behandeld voor ADHD, dat appellante haar eigen huishouding voert, een normaal dagverhaal heeft en vanaf oktober 2013 gedurende een periode van veertien maanden heeft gewerkt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft hiermee voldoende gemotiveerd dat er geen aanwijzingen zijn voor ernstige beperkingen wegens ADHD en dat er daarom geen medische reden is om meer beperkingen aan te nemen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren dan in de FML van 26 oktober 2015 zijn neergelegd.