ECLI:NL:CRVB:2018:2622
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van sociale verzekeringswetgeving op grensoverschrijdende situatie van appellanten met woonplaats in Frankrijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, een echtpaar dat in Frankrijk woont, tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die hun aanvraag voor een A1-verklaring heeft afgewezen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht heeft vastgesteld dat appellanten hun woonplaats in Frankrijk hadden en dat de Franse wetgeving van toepassing is. Appellanten voerden aan dat zij in Nederland woonden en dat hun levensbelangen daar lagen, maar de Raad concludeert dat zij sinds 22 april 2008 hun gewone centrum van belangen in Frankrijk hadden. De Raad wijst op de feiten dat appellanten hun woning in Nederland hebben opgezegd, een camper hebben gekocht en in Frankrijk werkzaamheden hebben verricht. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die de beroepen van appellanten ongegrond had verklaard. De Raad stelt vast dat de verklaring van appellanten dat zij in Nederland belastingplichtig zijn, niet relevant is voor de vaststelling van de toepasselijke socialeverzekeringswetgeving. De Svb heeft de aanvraag om een A1-verklaring terecht afgewezen, omdat appellanten in het jaar voorafgaand aan de aanvraag niet onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving vielen.