ECLI:NL:CRVB:2018:2612
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ontheffing van arbeidsverplichting op basis van GGD-advies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die samen met zijn partner bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, had verzocht om ontheffing van de arbeidsverplichting. Dit verzoek was eerder door het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis afgewezen, onder verwijzing naar een advies van de GGD Rotterdam-Rijnmond. De GGD had vastgesteld dat de medische situatie van de appellant stabiel was en dat hij, met beperkingen, in staat was om 40 uur per week te werken.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het college zich op het advies van de GGD mocht baseren, omdat dit advies zorgvuldig tot stand was gekomen en de bevindingen consistent waren met de anamnese van de appellant. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen noodzaak was voor het college om aanvullende informatie op te vragen bij de huisarts van de appellant, aangezien er geen aanwijzingen waren dat de gezondheidssituatie van de appellant op het moment van het bestreden besluit was verslechterd.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde. De uitspraak benadrukt het belang van deskundige adviezen in de besluitvorming van bestuursorganen en de voorwaarden waaronder ontheffing van arbeidsverplichtingen kan worden verleend.