In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 augustus 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het Uwv volledig tegemoet was gekomen aan de bezwaren van appellante. De appellante had verzocht om een integrale vergoeding van de kosten van een ingeschakelde psychiater, maar het Uwv had aangegeven dat er een maximering is voor het te vergoeden uurtarief volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de gebruikelijke regeling rechtvaardigden. De totale vergoeding die het Uwv aan appellante moest betalen, inclusief proceskosten, werd vastgesteld op € 4.019,72. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in hoger beroep en de toepassing van de regels omtrent proceskostenvergoedingen.