ECLI:NL:CRVB:2018:2557
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij zij een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 augustus 2018 uitspraak gedaan. Verzoekster, die sinds februari 1996 gescheiden leeft van haar echtgenoot, heeft in het verleden bijzondere bijstand ontvangen voor woonkosten. Na de verkoop van de voormalige echtelijke woning heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede een terugvordering van de woonkostentoeslag ingesteld, wat leidde tot een rechtszaak. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het college de teruggevorderde woonkostentoeslag in 2014 volledig heeft ingevorderd en dat verzoekster momenteel bijstand ontvangt zonder inhoudingen. Gezien deze omstandigheden en het feit dat de Raad op korte termijn uitspraak zal doen in de bodemzaak, is er geen spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.