Uitspraak
16.4040 WIA
OVERWEGINGEN
.Na een herbeoordeling heeft het Uwv bij besluit van 23 juli 2013 de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante vastgesteld op 63%. De hoogte van de
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellante, die zich na een verkeersongeval ziek meldde, ontving aanvankelijk een WGA-uitkering, maar na een herbeoordeling werd vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, waardoor zij niet meer in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de geselecteerde functies niet in strijd waren met de belastbaarheid van appellante. In hoger beroep voerde appellante aan dat haar klachten niet juist waren vastgesteld en dat er een ongerechtvaardigde scheefgroei was tussen het maatmaninkomen en de uurlonen van de geselecteerde functies. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de conclusies van de verzekeringsartsen juist waren. De Raad oordeelde dat appellante met de aangenomen beperkingen een normale dagtaak kan vervullen en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de FML. De beroepsgronden van appellante werden verworpen, en de Raad bevestigde de aangevallen uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.