ECLI:NL:CRVB:2018:2235
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep en verzoek om voorlopige voorziening wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juli 2018 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep en een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoekster had beroep ingesteld tegen besluiten van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die op 20 maart 2018 waren genomen. Deze besluiten volgden op eerdere uitspraken van de rechtbank en de Centrale Raad van Beroep zelf. De verzoekster had op 1 mei 2018 een beroepschrift ingediend, maar dit werd door de Raad als niet-tijdig beschouwd. De termijn voor het indienen van het beroepschrift was op 2 mei 2018 verstreken, en het beroepschrift was pas op 5 mei 2018 ter post bezorgd. De Raad oordeelde dat er geen redenen waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Hierdoor werd het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften en de strikte naleving van de termijnen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.