ECLI:NL:CRVB:2018:2200
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en de belastbaarheid van appellante in het kader van de WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 juli 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die zich op 12 april 2013 wegens psychische klachten ziek meldde, ontving een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Het Uwv had vastgesteld dat appellante vanaf 10 april 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot het bestreden besluit. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om aan de conclusies te twijfelen. Appellante stelde in hoger beroep dat haar beperkingen niet correct waren ingeschat en dat de verzekeringsgeneeskundige rapporten een te rooskleurig beeld schetsten van haar situatie. De Raad volgde echter de rechtbank in haar oordeel dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling juist was en dat appellante in staat was de geselecteerde functies te vervullen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.