ECLI:NL:CRVB:2018:2078
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure
Op 27 juni 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een betrokkene. De rechtbank had eerder op 10 november 2017 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/1012. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk is verklaard vanwege een niet-verschoonbare termijnoverschrijding. De termijn om beroep in te stellen tegen het bestreden besluit van het Uwv eindigde op 7 december 2016, maar het beroepschrift is pas op 9 februari 2017 ontvangen, terwijl het gedateerd was op 1 februari 2017. De Raad heeft overwogen dat de betrokkene verantwoordelijk is voor het tijdig ophalen van post op het door hem gebruikte postadres. Er zijn geen omstandigheden gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De persoonlijke omstandigheden van de betrokkene zijn niet zodanig dat van hem niet gevergd kan worden dat hij tijdig beroep instelt. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.