ECLI:NL:CRVB:2018:206

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
15/6202 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant en gebrek aan opvolging door erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 15/6202 ANW. Het hoger beroep was ingesteld door de wijlen appellant, die op 25 december 2016 is overleden. De advocaat van de appellant, mr. V.Y. Jokhan, heeft de Raad op de hoogte gesteld van het overlijden en zich als gemachtigde onttrokken aan de zaak. De Raad heeft vervolgens geprobeerd contact op te nemen met de erven van de appellant, maar er is geen reactie ontvangen. Ondanks een oproep in de Staatscourant om belanghebbenden te laten weten of zij de procedure wilden voortzetten, heeft niemand zich gemeld. Hierdoor is het processuele belang van het hoger beroep komen te vervallen. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen erfgenamen zijn die de procedure willen voortzetten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met O.L.H.W.I. Korte als voorzitter en M. ter Brugge en J.T.H. Zimmerman als leden, in aanwezigheid van griffier F. Dinleyici. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

15.6202 ANW

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van
10 augustus 2015, 15/761 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
Wijlen [appellant] , in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 9 januari 2018
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. V.Y. Jokhan, advocaat, hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Mr. Jokhan heeft de Raad bij brief van 2 maart 2017 bericht dat appellant op 25 december 2016 is overleden en dat zij zich als gemachtigde aan deze zaak onttrekt.
Op de brief van de Raad van 18 april 2017 gericht aan de erven van appellant en gestuurd naar het laatst bekende adres van appellant in [woonplaats] , waar sinds 1 augustus 2012 ook
[naam zoon] , zoon van appellant, is ingeschreven, met de vragen wie als vertegenwoordiger van de rechtsverkrijgende(n) optreedt en of deze de procedure wenst voort te zetten, is, ook na rappelbrief van 19 mei 2017, geen reactie gekomen.
Vervolgens is, gelet op artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in de Staatscourant mededeling gedaan van de nadere behandeling van de zaak op de zitting van
5 september 2017.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 september 2017. Van de zijde van appellant is niemand verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. N. Zuidersma.

OVERWEGINGEN

De indiener van het hoger beroep, appellant, is overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in het onderhavige geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ook na de oproep in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding deel te mogen nemen. Dit brengt mee dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door O.L.H.W.I. Korte als voorzitter en M. ter Brugge en
J.T.H. Zimmerman als leden, in tegenwoordigheid van F. Dinleyici als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 januari 2018.
(getekend) O.L.H.W.I. Korte
(getekend) F. Dinleyici

HD