Uitspraak
17.1676 PW
27 januari 2017, 16/2627 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoen van het verschuldigde griffierecht.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant had op 16 augustus 2016 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van rechtsbijstand en griffierecht op basis van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle heeft deze aanvraag afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald.
De appellant heeft hoger beroep ingesteld en aangevoerd dat de kosten van rechtsbijstand hoger zijn dan door de griffier was aangegeven en dat het onredelijk is dat hij deze kosten moet dragen gezien zijn financiële situatie. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant het griffierecht niet heeft betaald en dat hij niet heeft onderbouwd waarom de rechtbank onterecht tot de conclusie is gekomen dat hij in verzuim was.
De Raad heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van M. Zwart als griffier.