Uitspraak
17.4661 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank;
- bepaalt dat het college het door appellanten in hoger beroep betaalde griffierecht van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellanten, die hoger beroep hebben ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellanten het griffierecht van € 46,- niet binnen de gestelde termijn hadden betaald. Appellanten betwisten echter dat zij de griffierechtnota's hebben ontvangen en stellen dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) geen bewijs van ontvangst van de aangetekende verzending van de griffierechtnota kan tonen. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat de aangetekende brief daadwerkelijk is aangeboden aan appellanten. De Raad oordeelt dat, aangezien niet kan worden vastgesteld dat appellanten in verzuim zijn geweest, de niet-ontvankelijkheid van het beroep onterecht was. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verwijst de zaak terug naar de rechtbank voor inhoudelijke behandeling, waarbij het griffierecht alsnog kan worden geheven indien nodig. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedure bij het aanzeggen van griffierechten en de verantwoordelijkheden van de griffier en het LDCR.