ECLI:NL:CRVB:2018:1735
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- R.P.W. Jongbloed
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van niet-ontvankelijkheid wegens te laat betaald griffierecht in hoger beroep inzake ziekengeld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het verschuldigde griffierecht te laat had betaald. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Aksu, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om inhoudelijke beoordeling van haar beroep op basis van de hardheidsclausule in artikel 127a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat appellante in verzuim was met het betalen van het griffierecht. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet tijdig het griffierecht heeft voldaan en dat er geen reden was om aan te nemen dat zij niet in verzuim was. Appellante heeft in hoger beroep geen argumenten aangedragen die de rechtbank's beslissing konden weerleggen.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechters.