ECLI:NL:CRVB:2018:1680
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang bij oordeel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2016. De zaak betreft een terugvordering van uitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van appellante, mr. B.B.A. Willering, toelichting gegeven op de ingediende beroepsgronden. Deze gronden waren voornamelijk gericht op vragen over de hoogte van de terugvordering. De vragen zijn ter zitting beantwoord aan de hand van de uitkeringsspecificaties en een eerder door het college opgesteld overzicht. Na deze toelichting heeft de gemachtigde van appellante aangegeven dat er geen beroepsgronden meer resteren tegen de aangevallen uitspraak. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellante geen belang meer had bij een beoordeling van de aangevallen uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.