ECLI:NL:CRVB:2018:1680

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
8 juni 2018
Zaaknummer
17/1070 WWB-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang bij oordeel

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2016. De zaak betreft een terugvordering van uitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van appellante, mr. B.B.A. Willering, toelichting gegeven op de ingediende beroepsgronden. Deze gronden waren voornamelijk gericht op vragen over de hoogte van de terugvordering. De vragen zijn ter zitting beantwoord aan de hand van de uitkeringsspecificaties en een eerder door het college opgesteld overzicht. Na deze toelichting heeft de gemachtigde van appellante aangegeven dat er geen beroepsgronden meer resteren tegen de aangevallen uitspraak. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellante geen belang meer had bij een beoordeling van de aangevallen uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

17.1070 WWB-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2016, 16/3843 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
Datum uitspraak: 29 mei 2018
Zitting heeft: P.W. van Straalen
Griffier: F. Demiroğlu
Ter zitting zijn verschenen: mr. B.B.A. Willering, gemachtigde van appellante, en
mr. C.J. Telting, gemachtigde van het college.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak
niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
1. De gemachtigde van appellante heeft ter zitting een toelichting gegeven op de ingediende beroepsgronden. Die gronden komen er op neer dat appellante een aantal vragen heeft met betrekking tot de hoogte van de terugvordering. Die vragen zijn ter zitting beantwoord aan de hand van de uitkeringsspecificaties en een eerder in de procedure al door het college opgesteld overzicht. Vervolgens heeft de gemachtigde van appellante meegedeeld dat daarmee geen beroepsgronden resteren tegen de aangevallen uitspraak. Nu de gronden van het hoger beroep zijn weggevallen heeft appellante geen belang meer bij een beoordeling van de aangevallen uitspraak. Het hoger beroep van appellante is om die reden niet-ontvankelijk.
2. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(get.) F. Demiroğlu (get.) P.W. van Straalen
sg