ECLI:NL:CRVB:2018:1672
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in hoger beroep na intrekking door bestuursorgaan
Op 6 juni 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/7794 WSF. Deze uitspraak betreft een hoger beroep ingesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 oktober 2017. De Minister had het hoger beroep op 8 februari 2018 ingetrokken, waarna betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.M. Fakiri, verzocht om een proceskostenveroordeling.
De Raad heeft in zijn overwegingen artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast, dat bepaalt dat bij intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten. De Raad oordeelde dat de kosten voor het indienen van het verweerschrift van 7 februari niet vergoed konden worden, omdat dit verweerschrift prematuur en onverplicht was ingediend, voordat de appellant beroepsgronden had aangevoerd.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, met de overweging dat er al een veroordeling in de bezwaarkosten en proceskosten in eerste aanleg was uitgesproken. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J. Brand, met N.L. Kuipers als griffier.