ECLI:NL:CRVB:2018:1671
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en urenbeperking met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de WIA-uitkering van appellante, die als verkoopster werkzaam was en zich ziek meldde. Na een beoordeling door een verzekeringsarts werd vastgesteld dat appellante beperkingen had, maar dat zij nog geschikt was voor andere functies. Appellante was het niet eens met de urenbeperking die was vastgesteld en heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank had eerder de deskundige Van Eck gevolgd in zijn oordeel over de urenbeperking. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geoordeeld dat de deskundige een zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, maar heeft het Uwv wel veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellante, omdat de rechtbank ten onrechte had verzuimd deze kosten te vergoeden. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 3.006,-. De Raad heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen en bepaald dat het Uwv het griffierecht van € 166,- aan appellante moet vergoeden.