Uitspraak
15.1982 ZW
20 februari 2015, 14/7202 (aangevallen uitspraak)
6 juni 2017 rapport uitgebracht. Op 4 juli 2017 heeft zij een nadere vraagstelling van de Raad beantwoord.
drs. J.C. van Beek.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de beëindiging van haar uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd bevestigd. Appellante had zich ziek gemeld vanwege pijnklachten en ontving eerder een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW). Het Uwv had vastgesteld dat zij met ingang van 17 maart 2014 in staat was om haar arbeid te verrichten, wat leidde tot de beëindiging van haar ZW-uitkering. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat haar beperkingen waren onderschat.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en het deskundigenrapport als zorgvuldig en consistent bestempeld. De deskundige had appellante zelf gezien en de medische informatie van behandelend artsen in overweging genomen. De Raad oordeelde dat de deskundige terecht concludeerde dat appellante, ondanks haar beperkingen, in staat was om de geselecteerde functies te vervullen. De Raad volgde het oordeel van de deskundige en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellante werd afgewezen.
De uitspraak werd gedaan op 24 mei 2018, waarbij de Raad geen aanleiding zag voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken en is vastgelegd door de betrokken rechters.