Uitspraak
OVERWEGINGEN
17 juni 2013 geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat appellante per 17 juni 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellante werd met haar beperkingen in staat geacht diverse functies te vervullen, waaronder de functie van inpakker. Dit besluit is na bezwaar, beroep en hoger beroep in stand gebleven. Appellante heeft zich op 11 mei 2015 ziek gemeld met diverse fysieke en psychische klachten. Op dat moment ontving zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet.
i-psy niet veel afwijkt van de informatie waarop de verzekeringsarts bezwaar en beroep haar rapport van 29 september 2015 heeft gebaseerd. De gesprekken met de psycholoog zullen niet eenmaal per maand, maar eenmaal per twee weken plaatsvinden. Terecht heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep daarover opgemerkt dat deze frequentie niet kan worden gezien als een intensieve behandeling waardoor appellante verminderd beschikbaar zou zijn voor arbeid. Ten slotte kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep worden gevolgd in haar stellingname dat appellante niet ongeschikt is voor het vervullen van de functie van inpakker, omdat deze functie nauwelijks psychisch belastbaar is.