Uitspraak
15.2211 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellante, die als administratief medewerkster werkte, had zich op 16 november 2012 ziek gemeld met schouderklachten en ontving op dat moment een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) concludeerde op basis van een verzekeringsarts dat appellante per 27 juni 2014 geschikt was voor haar laatst verrichte arbeid en beëindigde haar ZW-uitkering. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat zij zowel lichamelijk als geestelijk meer beperkt was dan het Uwv aannam. Ze voerde aan dat er sprake was van mishandeling en dat zij de diagnose PTSS had gekregen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Raad heeft deskundigen ingeschakeld om de medische situatie van appellante te beoordelen. De deskundigen concludeerden dat er op 27 juni 2014 geen sprake was van een psychiatrische stoornis die haar functioneren ernstig belemmerde. De Raad oordeelde dat het Uwv op goede gronden had vastgesteld dat appellante per 27 juni 2014 geen recht had op ziekengeld. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen grond voor schadevergoeding of proceskostenvergoeding.