ECLI:NL:CRVB:2018:1537
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake Wajong-uitkering en medische beoordeling van beperkingen na hersenletsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de Wajong-uitkering van appellante, die na een auto-ongeluk in 2008 fysieke en psychische klachten heeft opgelopen. Appellante had in 2011 een aanvraag ingediend voor ondersteuning op grond van de Wet Wajong, maar het Uwv had deze aanvraag buiten behandeling gesteld. Na een reeks van besluiten en beroepen, waarbij de rechtbank Amsterdam de eerdere besluiten van het Uwv bevestigde, heeft appellante hoger beroep ingesteld. De Raad heeft een deskundige benoemd om de medische situatie van appellante te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat appellante in de periode van 2 augustus 2009 tot 2 augustus 2014 meer beperkingen had dan door de verzekeringsarts was vastgesteld. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit van het Uwv niet op een deugdelijke medische grondslag berustte en droeg het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen. De deskundige had vastgesteld dat appellante leed aan een ernstig psychiatrisch ziektebeeld, wat haar mogelijkheden om een volledige werkdag te werken onrealistisch maakte. De Raad heeft het Uwv opgedragen om de Functionele Mogelijkhedenlijst aan te passen en een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.