ECLI:NL:CRVB:2018:150
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling geschiktheid appellant voor functie na reorganisatie binnen gemeente Delft
In deze zaak gaat het om de geschiktheid van appellant voor een functie binnen de gemeente Delft na een reorganisatie. Appellant, die sinds 1988 in dienst is bij de gemeente, werd in 2015 boventallig verklaard na de samenvoeging van afdelingen en het vervallen van zijn functie. Hij heeft zich kandidaat gesteld voor een nieuwe seniorfunctie, maar werd door het college ongeschikt bevonden op basis van een beoordeling van zijn competenties. Appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de beoordeling onvoldoende onderbouwd is en dat hij over de vereiste competenties beschikt. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college niet voldoende gronden heeft aangedragen voor de conclusie van ongeschiktheid. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college, en draagt het college op om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij het de regels voor herplaatsing in acht moet nemen. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.