Uitspraak
15.6086 WIA-T
OVERWEGINGEN
2 oktober 2014 nog geen rol speelde en bovendien, mocht het toch aan de orde zijn geweest, incontinentiemateriaal kon worden gebruikt waardoor er geen noodzaak was om onmiddellijk een toilet te bezoeken. Voor het nemen van een bad, één tot tweemaal per dag, is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen medische noodzaak. Voor het aannemen van beperkingen wegens een psychische stoornis is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding.
7 juli 2014 had plaatsgevonden. De verzekeringsarts verwachtte dat rond de datum van het einde van de wachttijd van 2 oktober 2014 de belastbaarheid verbeterd zou zijn, waarbij appellante aangewezen zou blijven op fysiek licht werk waarbij ze niet lang hoeft te zitten (maximaal een uur aaneengesloten) en daarbij eventueel een zitring kan gebruiken. De (verwachte) functionele mogelijkheden zijn vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 21 juli 2014. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft appellante gesproken tijdens de hoorzitting op 28 januari 2015. Hierbij heeft appellante te kennen gegeven dat de situatie met betrekking tot de fissura ani onveranderd is sinds juli 2014, dat de wond nog steeds frequent opengaat en dat zij vaak last heeft van ontstekingen en incontinentie. Uit een aantekening in het huisartsjournaal van 16 september 2014 blijkt dat appellante toen bekend was met incontinentia alvi. Gezien deze gegevens wordt het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, zoals neergelegd in het rapport van 16 november 2017, dat deze aandoening niet aan de orde was op 2 oktober 2014, niet gevolgd. Het (subsidiaire) standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat de aandoening incontinentia alvi geen beperking voor toiletbezoek rechtvaardigt, is onvoldoende onderbouwd. De motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat appellante incontinentiemateriaal kon gebruiken doet geen recht aan de medische situatie van appellante en doet niet af aan de noodzaak om gebruik te kunnen maken van een toilet indien dit nodig is. Er is niet overtuigend gemotiveerd dat hiermee in de FML voldoende rekening is gehouden. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet gemotiveerd dat de verwachting van de verzekeringsarts op
21 juli 2014 dat de belastbaarheid van appellante op 2 oktober 2014 zou zijn verbeterd, is uitgekomen.